Dreigbrieven en doodsbedreigingen

Op het Baarnsch Lyceum zou er tijdens de oorlog een “anti-Duitse” stemming heersen. Zo erg zelfs dat de Duitse Sicherheitsdienst (de gevreesde SD) de school een week moest sluiten om de anti-Duitse leuzen van de muren te halen.

In de archieven kom ik veel voorbeelden tegen van kleine incidenten zoals een leraar die de leerlingen het Wilhelmus laat analyseren tijdens de Nederlandse les en klachtbrieven van N.S.B.ers wiens kinderen dagelijks worden gepest op school. Zelden kwam ik zulke heftige incidenten tegen als beschreven in een brief van een bezorgde ouder wier kind naar het Baarns Lyceum ging tijdens de oorlog.

Zij beschrijft dat er door leerlingen werd besproken dat een andere leerling (zoon van een N.S.B.er) dood moest. Hiervan heeft zij melding gedaan bij de rector van de school maar ze zag vervolgens dat er weinig gebeurde met deze informatie. Aanleiding van haar schrijven aan de autoriteiten was een dreigbrief die zij had ontvangen. Afkomstig uit Baarn, met 15 cent verschuldigde transportkosten. Er moest nu toch echt iets gebeuren met de situatie in Baarn!

Mevrouw schreef haar brief aan de inspecteur van orde en rust op de scholen, een door de Duitse autoriteiten ingestelde functie met het doel onregelmatigheden in het onderwijs te onderzoeken en te reporteren (inclusief advies) aan de hogere autoriteiten op het departement. De inspecteur van orde en rust, meneer van Rossem, maakte er werk van. De Baarnse politie werd geschreven en er werd een onderzoek geƫist. De politie reageerde dezelfde dag nog en schreef dat zij een handschriftexpert zouden raadplegen. Het verslag en daarop volgend proces verbaal zou aan de procureur-generaal van Utrecht worden toegezonden. Tot zover de archiefstukken.

Het is de vraag in hoeverre de “doodsbedreiging” serieus genomen moet worden: het gaat hier immers om middelbaar scholieren. Toch moet het in de context worden geplaatst van een al heersende anti-Duitse stemming op school en de algemene afgunst van de N.S.B. welke op meerdere scholen gangbaar was onder scholieren. Vast staat dat het voor leerlingen op het Baarnsch Lyceum met pro-Duitse of N.S.B. ouders niet makkelijk zal zijn geweest.

De dreigbrief zelf vond ik niet in dit archief. Ik vermoed dat die ergens in Baarn of bij de procureur-generaal van Utrecht ligt. De inhoud ervan is mij dus onbekend. Ik ben weinig zaken tegen gekomen waarin een handschriftenexpert werd ingeschakeld dus dat beloofd op z’n minst een interessante brief te zijn.

Deze twee heftige incidenten plus het feit dat de school een week gesloten is op last van de SD maken mij nieuwsgierig naar de rest van de verhalen. Des te meer reden om het Baarnsch Lyceum op mijn lijstje te plaatsen van interessante scholen om verder te onderzoeken!