Het geloof in de goede afloop

De vakantiestop is afgelopen en ik zit weer in de Koninklijke Bibliotheek aan mijn onderzoek te werken. Een goed begin is het halve werk en dus heb ik moeite met beginnen. Niet zo gek na vier weken er helemaal uit geweest te zijn. Toch is het een beangstigend gevoel. Wat als het mij niet lukt om dat ene hoofdstuk verder uit te werken? Wat als die geniale ingeving te lang op zich laat wachten? Is mijn onderzoek wel vernieuwend genoeg en lijdt het echt tot andere inzichten? Honderden van dit soort vragen gaan er door mij heen in die eerste minuten dat ik naar mijn scherm staar waarop tot nu toe alleen een leeg A4-tje te zien is.
Ik klap mijn computer dicht en pak mijn “inspiratie/aantekening-boekje” erbij. Misschien helpt het om even wat gedachten op papier te schrijven. Dan komt het geniale idee toch, al is het in een iets andere vorm dan dat ik het verwacht had. Ik realiseer mij dat ik er heilig van overtuigd ben dat ik dit project ga afmaken en dat er over 3,5 jaar een boekje van mijn hand zal worden uitgegeven over mijn onderzoek. Zolang ik die gedachte vasthou en erop blijf vertrouwen dat er hoe dan ook een goed eindresultaat gaat komen kan ik met een gerust hart aan de slag. Het gaat er nu niet meer om of vandaag succesvol zal zijn in de zin van een nieuwe alinea schrijven of een nieuw idee uitwerken, maar het gaat erom dat al die onderzoeksdagen toewerken naar dat ene einddoel. De combinatie van dagen, weken, maanden en jaren werken zorgen voor een interessant eindproduct, daar ben ik zeker van. Misschien ben ik aan het einde van deze eerste onderzoeksdag onzeker over mijn voortgang. Misschien krijg ik vandaag wel geen letter op papier en zie ik alleen maar de losse eindjes in plaats van een coherent verhaal. Maar uiteindelijk maakt dat niet veel uit “in the greater scheme of life”, want ik weet dat het mij lukken gaat!